OPSTEKERTJES
Opstekertjes zijn kleine positieve steuntjes, zoals gedichtjes, foto's, citaten uit boeken en dergelijke als hulpjes voor een
0PEN HART !
_
OPNIEUW
Grond worden,
gras, kever, ochtendnevel,
smaak aan de tong van het grazend
vee en vlees zijn, weer.
Mest en molshoop worden,
bliksemvis in de sloot,
maar zo mogelijk
volle aar, zwellende korrel;
en gegeten worden
om man te zijn, vrouw te zijn,
ja, vooral opnieuw mens te zijn
en zichzelf in liefde te verzamelen.
Uit: Hebben en Zijn (1958)
_
Een dauwdrop plukken
wilde het kind, voorzichtig,
met twee vingertjes.
Issa
De morgen breekt aan;
en de storm van vannacht is
in sneeuw begraven.
Shiro
_
Wie naar buiten kijkt,
droomt
Wie naar binnen kijkt,
ontwaakt
Carl Gustav Jung
Hij tekende overal ramen.
Op te hoge muren,
op te lage muren,
op wanden die stompe hoeken maken,
in de lucht en zelfs op daken.
Hij tekende ramen alsof het vogels waren.
Op de grond, in de nachten,
in de voelbaar dove blikken,
in de omgeving van de dood,
op de graven, in de bomen.
Hij tekende zelfs ramen op de deuren.
Maar nooit tekende hij een deur.
Hij wilde niet naar binnen en niet naar buiten.
Hij wist dat het onmogelijk is. Hij wilde alleen zien: zien.
Hij tekende ramen.
Overal.
Roberto Juarroz
STADGENOOT
Hij is het licht vergeten
en het gras vergeten
en al die kleine levende kevertjes
en de smaak van water en het waaien
hij is de geur vergeten
van het hooi, de grijze vacht van schapen
de varens, de omgelegde aardkluiten
zijn binnen is geen nest, zijn buiten
geen buiten, zijn tuin een vaas
hij is ook
de bliksem vergeten, de rauwe
hagel op zijn voorhoofd
hij zegt niet: graan meel brood
hij ziet de vogels niet weggaan
en de sneeuw niet komen
hij zal bang en verongelijkt doodgaan
Jan Elburg
een zwervende poes
zit in de wintertuin en
doet daar een plasje
Shiki
DE WATERLELIE
Ik heb de witte water-lelie lief,
daar die zo blank is en zo stil haar kroon
uitplooit in 't licht.
Rijzend uit donker-koele vijvergrond,
heeft zij het licht gevonden en ontsloot
toen blij het gouden hart.
Nu rust zij peisend op het watervlak
en wenst niet meer ......
Frederik van Eeden