"VOEL JE HART' - natuurwandelingen & zo
natuurverhaaltjes

 

 

 

 

 

 

 

 

EEN BESCHUITJE ETEN





"Rien, je móet echt vandaag even naar de Hertogswetering komen ! Er zitten drie ruigpoten een een rode wouw". 

"Dat is niet mis" was mijn onderkoelde reactie, maar gelukkig kent de beller mijn aversie tegen rijtjes al. Zeker tegen rijtjes van vogelaars. Ze weten het namelijk allemaal altijd beter en dat kan niet, want ik weet alles al beter ! Zeker wat beter is voor mezelf en dat zijn rijtjes nooit. Maar de nadruk lag zó op het móeten dat ik toch maar ben geggaan.

Even later bleek al het beloofde spul toch al te zijn gevlogen en na tien minuten heb ik één van mijn eigen stekkies in de buurt maar weer eens opgezocht. Al gauw had ik mij geïnstalleerd met koffie en een broodje toen ik in mijn ooghoek een prachtig kraaloogje naar mij zag kijken.

Een dame roodborst zat in de struik naast mij. Dat het een dame was wist ik meteen. Dat ik alles direct beter weet heb ik immers zojuist al gezegd. Gezien haar geweldige verschijning, haar oogopslag en haar prachtige make-up moest het namelijk wel een dame zijn. En na enige tijd at ze ook nog zonder schroom mee van de kruimeltjes van mijn boterham.

Die eigenwijze vogelaars bestonden al niet meer voor mij. En voor haar was er geen vuiltje, bestaande uit ingewikkelde roof-soortgenoten, aan de lucht. Nee, in plaats daarvan een vredig gezamenlijk ontbijtje.

Ik zal deze winter nog regelmatig een beschuitje, eeehhhhhh een boterhammetje met haar gaan eten.












DE GRAFZERK





De mens is een kuddedier, althans dat vind ik. Al doen we nog zo ons best om op te vallen in de massa, al sloven we ons uit om er uit te springen en roepen we hard dat we niets met iemand te maken willen hebben. We blijven kuddedieren.

Op een enkele natuurliefhebber na kruipen we in de stad bij elkaar. Er hoeft maar een koopzondag ergens te zijn en de files zijn niet meer weg te krijgen. Braderieën, rommelmarkten en pretparken.... We zijn er. U vind het natuurlijk niets, maar probeer het maar eens een keertje. De rest van de kudde loopt er echt wél. En wie heeft er nou gelijk ? Overigens is het best leuk om ze eens te observeren, het liefst natuurlijk vanaf een terrasje. U zult zich kostelijk vermaken. Dat beloof ik.

Doen wij natuurliefhebbers het dan anders?

Nou, probeer maar eens een wandeling uit van Natuurmonumenten of van Staatsbosbeheer, het liefst op een zondagmiddag. En wat zien we ? Juist ! Een kudde, voorafgegaan door een dominante stier, dan wel een doordrammende overjarige merrie. Ook heel leuk om eens van afstand te observeren.

En dan die rages. Heeft dat ook iets te maken met kuddegevoel ?

Ik sta even stil bij de dakkapel.

Stel U even een buitenwijk van een grote stad voor. Op een mooie zaterdagmorgen is er ineens een hels kabaal alsof de laatste overgebleven bomen er in één keer aan moeten geloven. Nee, dat nu even niet gelukkig : er wordt geklust ! In no time zit er een gapend gat in het dak dat weer wordt afgedekt met een klep : De dakkapel is geboren ! "De kinderen zijn wat langer geworden dus je moet wat hé ?" Maar dan komt het vervolg : Binnen enkele maanden blijken ineens alle kinderen in de buurt wat te lang te worden en is er bijna geen huis meer zonder een doorgeefluik naar Onze Lieve Heer. Kuddegedrag ? Dat zou zo maar kunnen.

De laatste tijd is er een nieuwe trend.

De zaterdagmorgen wordt nu gevuld met geluiden van de beunende hovenier. Alhoewel tegenwoorddig is hij meestal stratenmaker. De beunende stratenmaker dus. De voortuintjes moeten nodig geplaveid worden. Ach, het is wel begrijpelijk hoor ! Allebei een baan, kinderen, boodschappen, de nodige hobby's. "Je komt echt niet meer aan die tuin toe hé ?"

En ja, wat kan ik daar tegen in brengen? Ik doe nog voorzichtig pogingen om ze aan het verstand te peuteren dat diegene die tegen een burn-out aan schuurt juist een tuintje nodig heeft om eens bij zichzelf te komen en dat een tuintje beter werkt als valium en seresta samen. Ik murmel nog wat over de stadstuin als stapsteen in een bij voorbaat vergeefse poging uit te leggen dat zo'n tuintje ook goed is voor vogels, dat egeltje, een wezeltje enz. Het helpt niet. Ik druip af als die zonderling die het toch allemaal al jaren niet begrijpt.

Volgende week zal het wel weer herrie zijn. Ieder zijn eigen grafzerk voor de deur. Een pot met een kwijnende conifeer er op en 'Klaar is Kees'. Voor altijd. Ook makkelijk voor later, overigens. Je tilt een paar tegels op en hup, de kist het familiegraf in. Geen Dela of Yarden meer nodig.













EEN 'UNIEKE' WAARNEMING



"Hoi, wil je even doorgeven wat jouw unieke waarneming van de afgelopen maand was ?" Dat was zo ongeveer de vraag die ik kortgeleden van Vogelbescherming kreeg.

Eigenlijk wist ik meteen mijn antwoord maar naar mate ik iets langer na dacht werd het moeilijker. Unieke waarneming, unieke waarneming. Dank je de koekoek. Ook een mooie waarneming overigens. Wanneer je de ogen goed de kost geeft is er elke dag wel een mooie waarneming te doen.... Dan wordt het dus tóch niet zo makkelijk kiezen. Die sperwer misschien, die hopeloos onhandig in een groepje mussen dook en zonder te eten verder moest ? Of diezelfde mussengezinnetjes die mijn vlinderstruik dit jaar volledig hebben ontdaan van de bloemknoppen. Arme vlinders !

Nee, voor mij is waarnemen iets meer. Voor mij is waarnemen ontmoeten. In ontmoeten zit meer warmte. Misschien wel die passie zoals in één van de slogans van Vogelbescherming : Passie voor vogels, hart voor natuur. Nou dan worden het misschien de grutto's en kievitten die eind april al doelloos rond liepen omdat in de weilanden de eerste snee gras al was geoogst en dus al hun pullen waren onthoofd. Nee, die ook niet.

Nou, al dit getob brengt mij bij een ontmoeting die echt iets meer betekende, mijn ontmoeting met een bosrietzanger in een stukje ruige natuur, midden in de polder tussen Den Bosch en Lith.

Mijn favoriet was waarschijnlijk, als late broedvogel, net terug uit Middden-Afrika. Zo'n 7500 kilometer gevlogen en in Holland meteen aan de slag met onophoudelijk gezang waarin de meest onwaarschijnlijke Afrikaanse toontjes.  Normaal verbergt ie zich goed in het riet of de struiken maar dit keer waren zijn hormonen waarschijnlijk zo opgepept dat hij totaal niet schuw was en zich voortdurend heel goed liet zien, tot op maar 3 meter afstand.

Ja, en passie dat kan liefde zijn en dat is wat ik ongetwijfeld voelde. Mijn partner heb ik het thuis ook direct opgebiecht. Op dat moment voelde ik echte liefde opborrelen. En laat ik het nu maar direct zeggen:   het was mijn "coming out"  . Ik weet nu dat ik bi ben. Zo'n prachtig mannetje bosrietzanger met opgezette borstveren en een vette kuif. En dan die rode keel waar al die prachtige klanken uit kwamen. Die enorme levensvreugde - daar smelt je toch bij !

Voor mij dus dé waarn........ eehhhhhh ontmoeting van de afgelopen maand.